Enkel in de afgelopen zes maanden is de prijs van rijst met ruim 40 procent
gestegen. Koffie werd 41 procent duurder, suiker 83 procent. Volgens de
Verenigde Naties is de prijs van voedsel inmiddels aanbeland op het hoogste
niveau ooit.
De Nederlandse consument zal deze prijsstijgingen langzaam aan beginnen te
voelen, doordat de wekelijkse boodschappen wat duurder worden. Voor sommigen
ongetwijfeld aanleiding tot klagen. Voor velen elders in de wereld dikwijls
niet minder dan een kwestie van leven en dood.
Mondiale consumptie
Achter de forse vraagstijging naar allerlei gewassen gaat een scala aan
oorzaken schuil. Zo neemt bijvoorbeeld de wereldbevolking gestaag in omvang
toe. En een mondiaal verschuivend consumptiepatroon naar maaltijden met meer
proteïnen (vlees) stuwt de vraag naar landbouwgewassen nog eens extra.
Immers, voor het verkrijgen van één kilo vlees is een aanmerkelijk groter
ruimtebeslag vereist, vergeleken met de ruimte die nodig is voor het
verbouwen van één kilo graan.
Maar naast deze lange-termijntrends spelen nog andere factoren die hebben
bijgedragen aan de recente prijsstijgingen. Zo is afgelopen jaar
bijvoorbeeld sprake geweest van misoogsten in Australië, Argentinië en
Rusland. Stuk-voor-stuk belangrijke voedselexporterende landen met als
gevolg een lager aanbod op de wereldmarkt.
Amerika en Rusland
Indirect draagt ook overheidsbeleid, vooral westerse landen, bij aan de
stijgende voedselprijzen. Subsidies voor biobrandstoffen leiden er
bijvoorbeeld toe dat er minder voedsel op de wereldmarkt belandt. Zo werd in
de Verenigde Staten het afgelopen jaar 120 miljoen ton maïs (37 procent van
de Amerikaanse maïsproductie) aangewend voor de productie van
biobrandstoffen. Een hoeveelheid voldoende om 325 miljoen personen een jaar
lang van voedsel te voorzien.
Voor andere overheden (bijvoorbeeld Rusland) zijn misoogsten en
prijsstijgingen op de wereldmarkten juist aanleiding de eigen export
volledig aan banden te leggen. Om daarmee de eigen voedselvoorziening veilig
te stellen. Uiteraard leidt ook dat tot minder aanbod op de wereldmarkt met
verdere prijsstijgingen tot gevolg.
Geënthousiasmeerd door deze prijsstijgingen zijn allerhande speculanten -
gevoed door de wereldwijde 'goedkoop geld-politiek' - op de
wereldvoedselmarkten afgekomen. En zij zijn met hun diepe zakken in sommige
gevallen aantoonbaar 'succesvol' in het nog verder opstuwen van de
voedselprijzen.
Geen rendement sinds 1850...
Afgezien van de vraag of een dergelijk 'hamsteren' van voedsel al dan niet
ethisch is, geldt opmerkelijk genoeg dat voedsel op wat langere termijn een
vrij beroerde belegging is. Na inflatie bezien levert het oppotten van
voedsel namelijk nauwelijks enig rendement op. In reële termen bezien is
voedsel - en dat geldt tevens voor grondstoffen meer in het algemeen -
vandaag de dag nog even duur als in 1850 (!). Toen telde de wereld net iets
meer dan één miljard inwoners, nu bijna zeven miljard...
Als consequentie van het systeem van de vrije markt neemt onze gezamenlijke
welvaart (niet te verwarren met inflatie!) wel gestaag toe. De afgelopen
eeuw gemiddeld met zo'n 1,5 tot 2 procent per jaar. Een percentage zo klein
dat u hier op week-, maand- of zelfs jaarbasis eigenlijk nauwelijks iets van
merkt. En wellicht daarom ook, dat maar zo weinigen de zegeningen van de
vrije markt doorzien.
Echter, deze kleine welvaartstoename van gemiddeld een procent of twee per
jaar, heeft er wel in geresulteerd dat het welvaartsniveau van de gemiddelde
Nederlander enkel in de afgelopen eeuw met een factor 7 gestegen is. En dat
verklaart dan weer hoe het kan dat de gemiddelde Nederlander nu nog slechts
10 tot 15 procent van zijn inkomen aan voedsel kwijt is, terwijl men ook in
Nederland een paar generaties terug vaak een substantieel groter deel van
het inkomen aan voedsel besteden moest.
Aandelen of zakken graan?
Zoals u weet leverden aandelen sinds de laatste eeuwwisseling vrijwel geen
rendement op. Dit als direct gevolg van de torenhoge waardering rond het
jaar 2000. De koers van de voedselindex van de Verenigde Naties verdubbelde
sinds de eeuwwisseling echter. De grote actuele interesse van beleggers in
'soft commodities' en alles wat daarmee te maken heeft, is dan ook goed te
begrijpen. Maar vergist u zich niet...
Zakken graan opgeslagen op een zolderkamer genereren geen dividenden. Noch is
sprake van zogeheten 'ingehouden winsten' zoals bedrijven (aandelen) die
veelal wel kennen. Ingehouden winsten die het bijvoorbeeld mogelijk maken om
nieuwe afzetmarkten te betreden, nieuwe producten te ontwikkelen, extra
winkelfilialen te openen of om overnames te doen. Activiteiten die er
stuk-voor-stuk voor kunnen zorgen dat de winst in volgende jaren weer verder
stijgen kan.
Maar voor zakken graan of gouden munten goed verstopt in de grond geldt dat
alles niet. Dergelijke beleggingen creëren zelf geen waarde.
Waarschijnlijk zullen aandelen dan ook op wat langere termijn wederom, en met
ruime afstand, de betere beleggingscategorie zijn. Maar nu de koersen van
allerlei grondstoffen alweer enige jaren fors stijgen, zullen de goud- en
voedselspeculanten daar vast niet overtuigd van zijn...
Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van 's
werelds beste beleggers en is tevens oprichter van
warrenbuffett.nl over de beleggingsstrategie van Warren Buffett.
Lees ook:
degelijk geld
tegen
wel
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl